Arbeidsongeschiktheid

Wat gebeurt er nu wanneer iemand arbeidsongeschikt wordt.
 
Met ingang van 2006 is de WAO vervangen door een nieuw stelsel van arbeidsongeschiktheidsregelingen. Dit nieuwe stelsel is beschreven in de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Voor mensen die voor 1 januari 2004 ziek werden, blijft de WAO van toepassing. Als u na twee jaar ziekte voor een deel of helemaal niet meer kunt werken, kunt u in aanmerking komen voor een uitkering volgens de WIA. 
De WIA kent twee regelingen:
  • Gedeeltelijk arbeidsongeschikten en volledig arbeidsongeschikten met uitzicht op herstelmogelijkheden vallen onder de Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA)-regeling. Al degenen die niet volledig of duurzaam arbeidsongeschikt zijn, vallen dus onder de WGA-regeling.
  • Degenen die minstens 80 procent arbeidsongeschikt zijn en geen of geringe kans op herstel hebben, komen in aanmerking voor de Regeling inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA). De uitkeringshoogte bedraagt 70 procent van het laatstverdiende loon, maar wordt zeer waarschijnlijk verhoogd naar 75 procent.
Wat is de hoogte van de uitkering? In eerste instantie bestaat recht op een loongerelateerde uitkering van 70 procent van het salaris wat de werknemer verdiende voordat hij of zij ziek werd. Wanneer de arbeidsongeschikte werkt, ontvangt hij bovenop het loon een uitkering die 70 procent is van het bedrag dat hij of zij verdiende in vergelijking met het vroegere loon.
 
Blijft de uitkering altijd even hoog? De arbeidsongeschiktheidsuitkering in de vervolgperiode is afhankelijk of de arbeidsongeschikte voldoende werkt of niet. In voldoende mate wil zeggen dat de persoon ten minste de helft van zijn of haar restverdiencapaciteit benut. Een gedeeltelijk arbeidsgeschikte die niet of niet voldoende werkt, heeft recht op een vervolguitkering van 70 procent van het minimumloon, vermenigvuldigd met het arbeidsongeschiktheidspercentage.
Wanneer de arbeidsongeschikte wel voldoende werkt, ontvangt deze een aanvulling op zijn loon. Het loonverlies als gevolg van arbeidsongeschiktheid wordt dan voor 70 procent aangevuld. Bovendien valt deze groep niet na verloop van tijd terug naar een minimumloongerelateerde uitkering.
 
En als ik volledig arbeidsongeschikt ben? Degenen die op medische gronden volledig en duurzaam arbeidsongeschikt worden geacht, komen in aanmerking voor een uitkering volgens de Regeling inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA). De uitkeringshoogte bedraagt 70 procent van het laatstverdiende loon.
 
Een voorbeeld:
 
Iemand verdient 35.000 bruto per jaar. Wanneer deze persoon nu langdurig arbeidsongeschikt zou raken, zal deze in de regel het eerste jaar zijn inkomen voor de volle 100% ontvangen, dit komt omdat de werkgever een loondoorbetalingsverplichting heeft van 2 jaar (de werkgever moet 170% salaris betalen in die 2 jaar, dit kan op verschillende manieren zijn verdeeld 70-110, 100-70 of 90-80 dit ligt aan de CAO of het contract dat iemand heeft).
 
Bij de persoon in het genoemde voorbeeld zal deze in het 2e jaar met zijn inkomen terugvallen naar 70%, dit is € 24.500,–. Het verschil € 10.500,– is de jaarlijkse inkomensterugval. Per maand is dit dan € 875,– bruto.
 
Wanneer mensen dit bedrag dan horen is het vaak toch even schrikken, en blijkt dat dit toch vaak een behoorlijk stuk is van het maandelijks besteedbare bedrag.
 
Uiteraard is er voor dit probleem een fianciële oplossing. Er is voor een redelijke prijs een goede verzekering te vinden om dit probleem volledig of gedeeltelijk op te lossen.